x
Koning: Mario Bouwmans
Geschiedenis van onze Vaandels (Hoofdvaandels) (Siervaandels) Gilde St. Lambertus.
Laten we op de eerste plaats bij de oprichting beginnen. Was de oprichting van een fanfare wegens de hoge kosten onmogelijk gebleken , voor een gilde waren niet die hoge bedragen nodig. Immers, ze wisten dat er in Asten een gilde had opgehouden te bestaan, en togen daarom naar Asten waar ze de koperen trom en de hellebaard konden overnemen.
Toen moest er nog een vaandel komen.
1895 Aanschaf van het eerste Vaandel:
Het vaandel moest er toen nog komen, daarvoor toog men naar Helmond waar de firma van Hout een prachtig zijden vaandel leverde van de officiële afmetingen 1.80 bij 1.80 m. met in het centrum een Bourgondisch kruis, met in het midden een mooi geborduurde patroon van de Heilige Lambertus, patroon van de kerk en de parochie. Kosten ƒ 90,=. Maar bij het inhalen van een nieuwe burgemeester, W.P. Thijssen, in 1900 trok het gilde in optocht mee met vliegend vaandel en slaande trom.
Er werd gevendeld door vendelier Jan van Eijk, en toen het feest was afgelopen waren onze gildebroeders vermoedelijk van binnen en van buiten even nat, want het vaandel werd nat opgeborgen, waardoor de kleuren van de zijde in elkaar gingen overlopen en het vaandel bedorven was.
± 1902 Vernieuwde Vaandel
Men is toen opnieuw naar van Hout in Helmond gegaan en hem de ravage laten zien. Deze heeft toen om de oude patroon een nieuw vaandel gemaakt tegen ferme reductie. Dit vernieuwde vaan heeft dienst gedaan tot en met de onafhankelijks-
feesten in 1913, want in 1914 had de eerste wereldoorlog alle verenigings-leven lam gelegd.
En terwijl het gilde sliep, lag daar het vaandel opgeborgen bij Piet Deerns. Het lag daar zo rustig in die altijd zelfde doos en sliep mee. Maar zoals dien slaap het leven van de Schut zelf bedreigde, zo ook het leven van het vaandel, dat na het ontwaken van het gilde met kermis in 1919 bleek het zover verteerd te zijn, dat het in stukken uiteen viel, alleen de patroon bleef nog heel.
1919 Vernieuwde Vaandel
Met bekwamen spoed naar Helmond waar nog steeds de firma van Hout bestond, maar deze zag geen kans vóór kermis een nieuw vaandel te leveren, vooral omdat ze die branche al sinds jaren hadden afgestoten.
“Nu was lijden een nood” Maar vader Lammers de eerste voorzitter van de Schut, handelsman van beroep, wist raad.
Hij stuurde zoon Jan naar Eindhoven, naar de firma Italie, textielhandelaar, die persoonlijk, regelmatig zijn klanten in de verre omtrek bezocht, en ook Lammers tot klant had. Resultaat!! Met kermis 1920 had het gilde een
nieuw vaandel, wel niet van zijde, van satinet, maar met de oude patroon nog steeds in het midden. En voor de luttele prijs van ƒ 32,90. Jammer genoeg nam de vendelier ontslag en bedankte als lid van het gilde.
Maar geen nood, Antoon Hurks bood zich aan als nieuwe vendelier, en zwaaide met kermis het nieuwe vaandel voor de pastoor.
De pastoor zag met welgevallen de sierlijke wendingen van het kleurrijke vaan aan. En alle schutsbroeders voelden zich gelukkig toen de pastoor trakteerde op een glas diep roden wijn, zinbeeld van liefde, en een fijne sigaar waarvan de heerlijke geur als rookoffer opsteeg naar den hemel.
De vendelier was een sterke kerel en zwaaide met forse hand zó hard, dat de zijde patroon daar niet meer tegen bestand was en op den duur de geest gaf. Alweer moeilijkheden!!
Standaardvaandel
Op 17 mei 1997 kreeg gilde St.Lambertus een nieuw standaardvaandel aangeboden. Het werd tijdens de eucharistieviering in de parochiekerk "Maria ten Hemelopneming" door pastoor Henk Somers plechtig ingewijd, en door het gilde in gebruik genomen. Het standaardvaandel is een geschenk van beschermheer Arnold - Jan Prinsen. Het werd ontworpen door kunstenaar Jan van de Laar uit Weert, van oorsprong een echte Someren-Eindenaar. Het borduurwerk werd uitgevoerd door mevrouw Joke Willigers uit Liessel. De bijbehorende stok werd vervaardigd door gildenbroeder Jan van Hoof van het St.Antoniusgilde uit Stiphout. Het vaandel is in dezelfde kleuren als het hoofdvaandel, met in het midden de afbeelding van St.Lambertus. Zoals u ziet is de beeltenis van de Heilige Lambertus, zoals die is afgebeeld in onze gedachteniskapel`. De patroonsafbeelding wordt geflankeerd door het wapen van Someren, met de twee Brabantse leeuwen, en het Peellandse wapen, de drie molenijzers, met daarboven de koningskroon met drie saffieren. Onze standaardruiter is Jan Thijs, die in de korte periode al meerdere prijzen op de toernooivelden heeft behaald.
2010 tot Heden.
Er was veel belangstelling voor de presentatie van het nieuwe hoofdvaandel tijdens de opening van de gildefeesten van gilde St. Lambertus. Juni 2010
“Na het ontwerp van Peter Slegers uit Someren-Eind, heeft Joke Willigers uit Liessel er een prachtstuk van gemaakt.
Centraal in het midden staat St. Lambertus, die Bisschop is geweest van Maastricht en als zodanig vermoord is in Luik. Daarop draagt hij een rood kleed. In de heraldiek noemt men die kleur keel, rood is de kleur van het martelaarschap. Onder die mantel draagt hij een wit kleed. Wit is de kleur van reinheid. Op zijn hoofd draagt hij de mijter en in zijn hand de staf als teken dat hij bisschop was. In zijn rechterhand het evangelieboek als teken dat hij in onze streken het christendom heeft gepredikt.
Daarop staat te lezen: Vos Amici Mei Estis, (jullie zijn mijn vrienden)
Het gilde wilde persé een krachtig persoon met uitstraling zoals hij ook afgebeeld staat in onze kapel.
Op het vaandel zie je als achtergrond de kleuren geel en paars terug, wat kerkelijke kleuren zijn, omdat een gilde door de eeuwen heen altijd beschermer van streek en altaar is geweest.
Op het vaandel aan de rechterkant, (zoals wij er tegenaan kijken links,) staat het wapen van Someren-Eind, het line-ijzer, een gereedschap wat vroeger in de Peel werd gebruikt en waar vele van onze voor ouders nog mee gewerkt hebben. Aan de andere kant het nieuwe wapen van gemeente Someren,
waarop in een zwarte ondergrond twee gouden Brabantse leeuwen zijn opgenomen, en in de andere twee zilveren velden de drie rode molenijzers,
ook wel rijnen genoemd, die ook verwerkt zijn in het Peellandse wapen.
Molenstenen waren in vroeger tijden erg belangrijk want daarmee kon men graan malen om brood te maken.
De symboliek van deze molenstenen vindt men terug in de twee ronde cirkels op het vaandel
Dan het Bourgondische, soms ook het Andreaskruis genoemd, dat achter Lambertus zichtbaar is en vanwege de schuine opstelling ook wel het maalkruis wordt genoemd, dat niet bestaat uit mooi geschaafd en bewerkt hout, maar dat gemaakt is van knoestige boomstammen.
Vernieuwd Vaandel 1921 tot 1939
Men nam zijn toevlucht tot Frenske Knapen in Asten. Die was nu juist geen kustschilder, maar durfde het toch wel aan een nieuwe patroon te Schilderen als ze hem het vel van een grote trom leverden.
Het was niet zo’n grote kunst, het vel werd geleverd, en een poos later kon met de nieuwe Lambertus, het vaandel weer prima in orde gebracht worden. Kosten ƒ15,50. Het gilde is jaren blij geweest met dit vaandel, hoewel het ons nooit volkomen bevredigde.
Het gilde had in den beginne toch een mooi zijden vaandel !
Nieuw Vaandel 1939 tot 1986
1938 werd een heel voornaam jaar voor ons gilde. Ons gilde mocht het jaarlijkse gildefeest van kring Peelland organiseren, dat gaf een hele drukte
Het gildefeest verliep schitterend, en het gilde hield er voor dien tijd een mooi centje aan over.
Nu kon een lang gekoesterde wens in vervulling gaan: de aanschaf van een nieuw vaandel. Maar dan een van zijde zoals het eerste was.
In 1939 kwam het nieuwe vaandel en werd door Pastoor Arts ingezegend.
Het nieuwe vaandel, gemaakt door de firma Janssen uit Tilburg voor de prijs van ƒ 186,= had de kleuren: rood-wit-blauw, de Nederlandse driekleur, geel-wit de pauselijke kleuren, wit-blauw de kleur van Onze Lieve Vrouw, wit-rood de kleur van de Brabantse vlag. In het midden de patroonheilige Sint Lambertus, daarboven de naam en eronder Someren-Eind.
Onder zo ’n schoon vaandel wilde iedereen wel lid van de Schut worden
Zo had het gildefeest gezorgd voor een mooi nieuw vaandel.
Jammer dat één jaar daarna de tweede wereldoorlog uitbrak. Toen ons land overrompeld was door de vijand, heeft het gilde zich heel koest gehouden, en van openbaar vertoon afgezien. Maar heel stil toch elk jaar de jaarvergadering gehouden. Maar het vaandel sliep rustig tot na de tweede wereldoorlog, en heeft toen nog dienstgedaan tot 1986.
Vendelier en zijn vlag.
Tot 1946 heeft de vendelier altijd met het hoofdvaandel een vendelgroet moeten brengen. Zo werden na het eerste jaar na de bevrijding vier flinke jonge kerels bereid gevonden zich te bekwamen in het vendelzwaaien, en in 1946 deden zij als vendeliers hun intrede in de schut en namen een vendel in plaats het vaandel ter hand.
Dit viertal bestond uit: Frens van leuken, Bert van Houts, Antoon Lomans en Antoon van de Manakker.
Nieuw vaandel 1986 tot 2010
De behoefte aan een nieuw vaandel was groot bij het gilde, omdat het exemplaar uit 1986 in heel slechte toestand verkeerde. Na de restauratie kon dat vaandel niet langer meer worden meegedragen.
De kunstenaar Jan van de Laar uit Weert, maakte uiteindelijk het ontwerp voor het nieuwe vaandel en men toog daarmee naar een Duits Atelier in Kevelaar, net over de grens. Na maandenlange arbeid is daar de laatste hand gelegd aan het nieuwe gildedoek.
Deze aanwinst werd gewijd tijdens de patroonsdag, die ’s middags begon met een bijeenkomst van de vier Somerense gilden in gildehuis Lomans.
Het nieuwe vaandel werd door de gildebroeders opgerold naar de kerk gedragen, omdat niemand het vaandel mocht zien, vooraleer het ter wijding werd aangeboden.
De wijding in de kerk Maria Tenhemelopneming door pastoor Somers, in het bijzijn van vele genodigden en belangstellenden, waaronder het kringbestuur
De hoofdkleur geel. Verder staat Sint Lambertus afgebeeld in rood kleed als symbool van martelaarschap en het knoestige Bourgondische kruis waaraan volgens de legende de apostel Andreas de marteldood zou zijn gestorven. Tevens het wapen van Someren met de vier klimmende leeuwen, symboliserende de kracht en moed en het wapen van gilden kring “Peelland” met de drie molenijzers, wat aangeeft de verbondenheid van gilde St. Lambertus met de kring.
In zijn linkerhand de staf en rechterhand het zwaard met palmtak.
Kringvoorzitter Ferd van Thiel zei bijzonder verheugd te zijn zo’n gilde in de kring te hebben. Het gilde heeft na deze dag nog een wens: Nieuwe uniformen, maar dan in Bourgondische stijl.
1895 tot 1919
Standaardvaandel 1997
Vaandel 2010 tot heden
1921 tot 1939
1939 tot 1989
Vendellier
1986 tot 2010
1878 was een belangrijk jaar voor de parochie van Sint Lambertus in Someren Eind. De eerste pastoor werd benoemd en de nieuwe parochie werd daarmee werkelijkheid. Het betekende de bekroning van het levens werk van Jan Sebastiaans van den Eijnde, pastoor van Someren. In zijn vooruitziende blik ontstond die parochie op ruim een kwartier gaans van zijn eigen parochie, helemaal aan het einde van Someren. Daarom liet hij op de voorgevel van de kerk de volgende tekst in gouden letters aanbrengen: Laus tuainisterrae finisterrae adorabunte.
De laatste huizen van de oude parochie werden bij de nieuwe ingedeeld. De bewoners voelden zich bevoorrecht omdat ze op zondag niet langer meer helemaal in Someren naar de kerk hoefden te gaan. Op het Eind was nog geen winkel; die bij sluis 12 was toch wel al te ver weg. Cafés waren er voldoende, niet minder dan vijf: van Piet Deerns, de weduwe H.Wijnen, P.Verberne,Jan Sijkens en Jan Wijnen. Echter dus geen winkel en daarom werden de koppen bij elkaar gestoken. Er werd een zogenaamde clubwinkel opgericht, en de winst zou onder de aangesloten buurtleden worden verdeeld.
Nu het Eind een zelfstandige parochie was geworden diende er eigenlijk ook een fanfare te komen. De leden van de clubwinkel beschouwden dat als een prachtig idee en kwamen met het voorstel de winst van de winkel aan te wenden voor de oprichting van de fanfare. Echter de winst van de winkel was in de verste verte niet toereikend voor de oprichting van de fanfare. Goede raad was duur maar men kwam er uit. Weer onder leiding van Jan Bennebroek kwam men tot het besluit dan maar een schut op te richten. En zo kon het gebeuren dat op 26 september 1895, tijdens de kermis, in Someren Eind werd opgericht de Schutterij Wilhelmina - Gilde Sint Lambertus, onder de bescherming derhalve van de heilige Lambertus, patroon van de nieuwe parochie.
Van een gilde uit Asten dat opgehouden had te bestaan, werden de koperen trom en de hellebaard overgenomen. De firma van Hout uit Helmond leverde een prachtige zijden vaandel in de officiële afmetingen van1,80 bij 1,80 meter voor een prijs van 90 gulden. Het vaandel was voorzien met de beeltenis van een Bourgondisch kruis met in het midden daarvan een medaillon met de beeltenis van de heilige Lambertus, de patroon van de kerk, de parochie en het Gilde. Voor de directie werden petten zoals in gebruik bij de soldaten aangeschaft, echter in de kleuren rood,wit en blauw. Behalve een brede sjerp, sluier genoemd, kreeg elk lid van de directie ook nog een wandelstok. De koning droeg een hoed met struisveren in rood-wit-blauw en een paarse schouderdoek met daarop de vogel (een zilveren haan) plus de zilveren schilden van de oprichters en de eerste koning. De gewone leden droegen ter herkenning een rood armbandje met een driekleurig rozet. Het koningschieten zou om de drie jaar plaatsvinden. De nieuwe koning werd verplicht een zilveren schild te schenken. Geschoten werd op een vogel op een schutsboom van minimaal 16 meter hoogte. Het Gilde stelde zich in het bezit van een geweer en patroonhulzen. De loden kogels werden gegoten in een eigen kogeltang.
De Kringgildenfeesten op 14 en 15 augustus 1938 hadden grote gevolgen voor het gilde St.Lambertus. Om heel eerlijk te zijn had onze schut voor die tijd niet zo’n erg goede naam. De meeste mensen, ook eigen leden, wisten te weinig over de aloude tradities van het gildenwezen, en omdat onze gilde meestal alleen maar actief was bij het koningschieten en bij de kermis, waarbij een goed glas bier gedronken werd, kreeg zij wel eens de benaming van “zuipschutje”. Het waren enkele bestuursleden die daarin voor de tweede wereldoorlog verandering wilden brengen. Met name waren dat Janus van de Laar, voorzitter, Willem van Oorschot, secretaris, Jan Lammers, penningmeester en Frans Lomans sr. tamboer en tevens Gildehuis beheerder. Zij spraken daarover met Jozef van der Heijden en daaruit werd het idee geboren om als een van de eersten binnen kring Peelland een kringfeest te organiseren.
Dat was een hele klus in die tijd. Men kon geen gebruik maken van ervaringen van anderen want de kring was pas opgericht in 1935. Zij gingen te rade bij J.A.Jolles uit Arnhem, een geschiedkundige, die erg deskundig was op het gebied van de Brabantse schuttersgilden. Dit was een goede keus want iedereen, vooral de kranten van die tijd waren vol lof over de prima organisatie in Someren-Eind. En dat niet alleen, maar ons gilde had veel goodwill gekweekt, niet alleen binnen onze eigen gemeenschap Someren-Eind, maar ook ver daarbuiten.
Er werd in onze parochie voortaan heel anders tegen “de schut” aangekeken, en dat had tot gevolg dat er een sterke ledenaanwas kwam. Er ontstonden binnen onze vereniging vele nieuwe activiteiten: er werd een nieuw hoofdvaandel ontworpen en gemaakt, de eerste echte vendeliers begonnen te oefenen, waaronder o.a. Frens van Leuken, Frans Lomans sr. begon jonge tamboers op te leiden, wat als resultaat had dat Gilde St.Lambertus als eerste met een drumband voor de dag kwam, en het was de wens van diezelfde Frans om ook een klaroenkorps op te richten maar dat werd door de kring niet goedgekeurd. Dat was erg jammer. Maar vooral veel nieuwe leden, waaronder veel jeugd, meldden zich aan, zodat er ook nieuwe sjerpen en petten kwamen.
Jammer dat de tweede wereldoorlog daarna roet in het eten kwam strooien; de Duitse bezetter verbood alle verenigingsactiviteiten of ze moesten aangesloten zijn bij de Nazistisch getinte “Kultuurkammer” en dat verdomde iedereen. Ook ons Gilde werd “slapend” d.w.z. er waren vijf jaren gèèn bijeenkomsten en ook werd er niet uitgetrokken. Het nieuwe vaandel werd netjes opgerold op een houten stok en in een foedraal gedaan, waarna het boven het bed van de latere voorzitter Hein Lammers kwam te hangen, waar het bleef tot na de bevrijding. Eèn keer is het naar beneden gedonderd toen zijn broers zo vriendelijk waren om de touwtjes, waarmee het aan het plafond hing ’s nachts stiekum door te snijden. Het vaandel kwam er ongedeerd af maar het gezicht en het hoofd van Hein vertoonde dagen daarna nog dikke bulten.
Er wordt wel eens gevraagd: “Hoe lang wordt er in wedstrijdverband door ons Gilde geschoten?” Vroeger beperkte het geweerschieten zich hoofdzakelijk tot het koningschieten eenmaal per twee of drie jaar; er werd dan, zoals tegenwoordig nog, geschoten op een houten vogel, die heel vroeger uit een peelpuist werd gemaakt. Vòòr 1940 gebeurde dat met een geweer van kaliber 12 mm. d.w.z. als het schot klonk was het net of er een kanon afging. De kogels werden passend op de hulzen gegoten uit gesmolten lood, in de huls werd een afgemeten hoeveelheid buskruit gedaan en dan werd het slaghoedje gemonteerd.
Het was dus een hele klus voordat het schot gelost kon worden. Het geweer kwam van de bekende wapenfabrikant Beaumont en was van degelijke kwaliteit. Omdat er met 12 mm. geschoten werd moest er een stevige vogel gemaakt worden, vandaar dat deze uit een peelpuist werd vervaardigd. Eenmaal per jaar werd er met de kermis een wedstrijd georganiseerd op de wip. Deze wip was toen ongeveer zo groot als de vrije-handwip van tegenwoordig en onze huidige schutters zouden nu met minachting op zo’n grote wip neerzien. Maar begrijp wel dat dit geweer, en vooral het vizier dat er opstond, lang niet zo nauwkeurig was dan het tegenwoordige. Er stond slechts ’n korrel op met ’n zgn. v-vizier; dat was een balkje met een inkeping er in.
In de tweede wereldoorlog moest dit geweer ingeleverd worden bij de Duitsers en we hebben het nooit meer teruggezien. Of de Duitse soldaten daarmee op de Russen hebben geschoten blijft een open vraag Na de tweede wereldoorlog werd door een wapenhandelaar uit Roermond een afgedankt legergeweer van 7 mm. uitgeboord naar 9 mm. en zo kon Frans Maas voor het eerst na de oorlog in 1947 koning worden. Dit geweer is nog steeds in het bezit van ons gilde maar wordt nooit meer gebruikt omdat de hulzen en ander toebehoren bij inruil van ’n nieuw geweer verloren zijn geraakt. Om met dit geweer te schieten was een grote kunst. Het had een enorme terugslag zodat menige gildebroeder na het schieten flink pijn in de schouder had, en bovendien had het een grote diopter (dat is de schijf waar je doorheen kijkt) die vlak voor je ogen zat en bij de terugslag van het geweer menige wenkbrauw tot bloedens verwondde. Je begrijpt dat er niet veel animo voor schieten was.
Langzamerhand kwam het schieten op de wip met buksen van klein kaliber (5 mm) meer in zwang en daarom besloot men bij Lambertus om ook zo’n geweer aan te schaffen. Dat werd in 1964 gekocht, een Anschusz-geweer, de zgn. vijftiger, dat nog steeds bij ons gilde in gebruik is en waarmee waarschijnlijk meer dan 100.000 schoten zijn gelost. Iets later werd eenzelfde buks gekocht en nog wat later werden er successievelijk nog drie nieuwe geweren aangeschaft. (Momenteel hebben we 5 verenigingswapens en hebben 6 leden een eigen wapen met vergunning).Er kwam steeds meer animo voor het wedstrijdschieten en Gilde St.Lambertus was èèn van de eerste gilden die wedstrijden voor opgelegd, vrije hand en korpsschieten ging organiseren. In 1967 was het zover dat er behoefte kwam aan de oprichting van een schietcommissie voor kring Peelland. Op 2 maart 1967 werd de oprichtingsvergadering gehouden in cafè Stan Jansen te Someren. Deze vergadering werd geleid door Remy Lammers van het St.Lambertusgilde. Voorzitter van de commissie werd Marinus Hurkmans uit Lierop, secretaris Jan Lammers uit Someren-Eind, met de leden Gerbrand Nagel uit Someren, Jac.Reinders uit Gemert en Piet van Eijk uit Lierop. Deze mensen hebben op het gebied van schieten en wedstrijden organiseren baanbrekend werk verricht.Op deze vergadering werden de eerste wedstrijden vastgesteld
Het eerste Kringgildenfeest in 1938.
In 1933 werd in Boxmeer de eerste landelijke Bond van samenwerkende Schuttersgilden in het Land-van-Cuijk opgericht en in 1935 volgde de Bond van Schuttersgilden in kring Peelland. Dat gebeurde op 29 juni 1935 in Gemert en op 4 juli ’35 was de eerste bestuursvergadering, waarbij Hurkmans uit Someren in het kringbestuur werd gekozen.De allereerste kringgildendag werd in 1936 gehouden in Aarle-Rixtel en in 1938 was het de beurt aan ons Gilde St.Lambertus uit Someren-Eind.
Wij vinden het jammer dat in het jubileumboek van 50 jaar Gilden in Peelland hiervan niets vermeld is want het was voor een jong gilde, zoals St.Lambertus toen was, een grootse prestatie. We konden niet terugvallen op ervaringen van anderen zoals dat tegenwoordig vaak gebeurt. Ons Gilde was toen gevestigd bij Frans Loomans in de Einderstraat (tegenwoordig Boerenkamplaan) waar ons Gildehuis was. In het pand waar nu Pia woont had Frans sr. een cafè en op deze plek werd in 1895 ons Gilde opgericht.
De Kringgildendag werd gehouden op een feestterrein dat lag op de weilanden van Hannes van Diepen aan de Lavallestraat, een zandweg, die vroeger langs de molen van Lammers liep. Later is deze weg door de ruilverkaveling een tiental meters in zuidelijke richting verplaatst en enkele weken geleden verhard Er werd een feestcomitè opgericht waarvan A.E.Ruyters, toenmalig hoofd der school, voorzitter werd, secretaris Willem van Oorschot, vice-voorzitter Jozef van der Heijden, en de leden J.Ramakers, A. van Gijsel, L. van Eijk, J.Wijnen en H.Linders. Er zaten dus 5 onderwijzers in het comitè. Het bestuur van het gilde bestond uit: Janus van de Laar (Opa van onze huidige koning Adrie) voorzitter, Willem van Oorschot secretaris, Jan Lammers penningmeester, Frans Lemmen koning, W. van Doorn, J.Linders, J.Ketelaars en L. van Houts.
De directie van het gilde bestond uit 20 leden.Het was voor deze mensen een hele klus om èèn van de eerste kringgildendagen te organiseren. Er moesten maar liefst 30 prijzen worden beschikbaar gesteld die alle bestonden uit zilveren schilden en zwaar verzilverde en bronzen medailles. Alle leden van de schut kregen de opdracht om enkele zakenlieden te bezoeken met de vraag of zij èèn of meerdere prijzen wilden schenken. Gelukkig slaagden zij daarin en in de feestgids, die ter ere van deze gildendag werd gemaakt, werden maar liefst 103 betaalde advertenties geplaatst, wat voor die tijd een enorm groot aantal was. Financieel had men dus alles rond wat ook wel bleek want na afloop van het feest hield men voldoende geld over om een nieuw gildevaandel te laten maken.
Het ere-comitè mocht ook gezien worden want dat bestond uit: Edelachtb.heer P.J.C.Smulders, burgemeester van Someren, Zijne Ex. Ex-Minister Dr.L.N.Deckers, Zeereerwaarde Heren A.J.Arts, pastoor Someren-Eind, A.v.d.Heuvel, pastoor Someren-Dorp, H.Graat, pastoor Someren-Heide. Weleerw.Heer ds. Vermeulen, dominee te Someren, Jonkheer Mr.R.A.v.Rijckevorsel, burgemeester te Berlicum, HoogEdelGestrenge Heer A.N.Fleskens, Lid der 1e Kamer der Statengeneraal, GrootEdelachtbare Heer Moons, Burgemeester te Helmond. GrootEdelachtbare Heer P.J.C.Strick, lid der Provinciale Staten en burgemeester van Best, GrootEdelachtbare Heer J.v.d.Laak, lid der Provinciale Staten uit Asten, GrootEdelachtbare Heer J.C.v.Beek, lid der Provinciale Staten en burgemeester te Deurne, Edelachtbare Heer W.Michels, oud-burgemeester van Heeze, Weledel Zeergeleerde Heer Dr.L.Eynatten, Someren, Weledel Zeergeleerde Dr.Wiegersma, Deurne, Weledel Zeer geleerde Heer Dr.A.A.M.Pannekoek, Gemert, Edelachtbare Heer J.H.Peeters, Wethouder Someren, Edelachtbare Heer M.Couperus, Wethouder Someren, Weledele Heer J.Boerenkamp, gemeentesecretaris Someren, Weledele Zeergeleerde Heer Dr.J.A.Carp, industrieèel te Helmond, Weledele Gestrenge Heer P.J.Biezenaar, Notaris te Nederweert.
U ziet, dat men vele vooraanstaande mensen had weten te strikken om zitting te nemen in het ere-comitè, wat tot in de verre omtrek het aanzien van ons gilde ten goede kwam, De meeste van deze ere-leden bezochten ook op 14 en 15 augustus het kringgildenfeest en werden daar gastvrij onthaald. Er werd zelfs “roden wijn” geschonken wat voor die tijd iets uitzonderlijks was, maar ook de eigen gemaakte boerenzult liet zich goed smaken.
Bron: Remy Lammers.
Historie
Echt gebeurd..
Schietwedstrijden
Kringgildenfeest
Als een schutter deze rook in zijn gezicht kreeg kwam er een zwarte veeg over zijn wang. Vaak zag je dan ook gildenbroeders als halve zwarte Pieten over het schutsterrein lopen. Zoals gezegd klonk het geweer bij het afgaan als ’n soort kanonschot en na ’n tiental schoten moest er even gewacht worden om het geweer te laten afkoelen, want de loop werd zo heet dat je hem niet meer kon vasthouden. Omdat het kaliber van het geweer vrij zwaar was moest de koningsvogel uit degelijk materiaal gemaakt worden en dat gebeurde meestal uit een oude peelpuist of een oud stuk eikenhout. Ook daar was men al dagen van tevoren mee bezig. De eerste Koning, in 1896 dus, was H. van Houts. Wie deze H. van Houts was is jammer genoeg niet meer bekend, maar waarschijnlijk kwam hij uit het oude “Eind” d.w.z. het gebied in de omgeving van ons huidig schietterrein. In dat jaar, en ook in de volgende jaren daarna, werd de traditie geboren rond ons Koningschieten.
Ieder Gilde heeft daarin een eigen traditie en tot op de dag van vandaag worden deze regels stipt in acht gehouden.
Schietterrein "Den Kolenboer"
Sint Lambertus Kapel
Gilde St Lambertus werd in 1895 opgericht in cafe Piet Deerns en omdat bij een Gilde een koning hoort,die dit kan worden door een koningsvogel naar beneden te halen,werd langs het cafe,op korte afstand van de weg,een houten schutsboom geplaatst. Eèn van de gildebroeders maakte op de boom een mooie windvaan,waarin het jaartal 1895 werd uitgesneden. Dit windvaan is nog steeds in het bezit van het gilde en wordt op tentoonstellingen en kringgildedagen aan het publiek getoond.
In 1896 werd voor het eerst koning geschoten en H.van Houts werd de eerste trotse koning van Gilde St.Lambertus. Na hem zouden er nog velen volgen want om de twee jaar,vroeger was dit om de drie jaar,vind het traditionele koningschieten plaats op de eerste pinksterdag. Het cafe werd eerst overgenomen door W.Lambertus en later door Frans Lomans sr.die aan de Einderstraat Thans Boerenkamplaan,een kolenhandel begon. De schutsboom werd daarom een tiental meters naar achteren geplaatst. Omdat er met scherp geschoten werd,dwz met echte kogels,werd er een hinderwetvergunning vereist. De eerst vergunning werd verstrekt op 17 september 1929 door de burgemeester van Someren.
De eisen om aan de hinderwet te voldoen werden steeds strenger en omdat de schutsboom nog te dicht bij de openbare weg lag werd hij nog verder het terrein in geplaatst en al spoedig kwam er een tweede,nog steeds houten,boom erbij. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd het wedstrijdschieten op de wip bij de Gilden steeds belangrijker en daarom werden er klein kaliber geweren aangeschaft,waarvan de terugslag op de kolf nauwelijks te merken is. Om te voldoen aan de nieuwe wedstrijdregelementen werden de twee bomen met vier stuks uitgebreid,zodat het Gilde een moderne schietaccomodatie kreeg die voldeed aan alle normen.
Toen Fans Lomans jr.stopte met de kolenhandel werd bij de schietbomen een kleine schuilhut gebouwd,die later werd uitgebreid tot een mooie cantine.Door zelfwerkzaamheid van de Gildebroeders werd de kleuterschool van Someren Eind,die semi-permanent gebouwd was en in 'n slechte staat verkeerde,gesloopt en uit de nog bruikbare materialen werd de nieuwe cantine opgetrokken. Toen de zes houten bomen,die veel onderhoud vergden,versleten waren werden zij vervangen door ijzeren,die aan alle moderne eisen voldeden. Volgens de toen geldende normen kwam het lood van de afgeschoten kogels in het achterterrein terecht en al spoedig kwamen er berichten van de milieu-organisaties bij de regering dat dit niet langer kon. Vandaar dat er een nieuwe wet kwam waarbij men verplicht werd om goedgekeurde kogelvangers op de bomen te plaatsen,die er voor zorgen dat alle lood word opgevangen. Vòòr 1 januarie 1998 moest dit gerealiseerd zijn.
Voor het Gilde was dit een enorme uitgavenpost waar men niet op gerekend had. Toch besloot men van het begin af de zaak goed aan te pakken en zo werden er 5 gloednieuwe,roestvrije bomen geplaatst met kogelvangers die aan alle milieunormen voldoen. Eèn van de oude bomen heeft men laten staan als herinnering aan het vroegere koningschieten,dat nog steeds op traditionele wijze mag geschieden. Het schietterrein is nog steeds gelegen aan de Boerenkamplaan te Someren-Eind,bijna op de grens met Someren-Dorp achter het woonhuis van Pia Lomans,de dochter van Frans Lomans. Er wordt van het terrein veel gebruik gemaakt want Gilde St.Lambertus heeft in totaal 36 schutters en schutsters,die regelmatig onderlinge schietwedstrijden houden en ook deelnemen aan grote concoursen.
Deze Lambertuskapel werd in 1995 door de gildebroeders van St.Lambertus in eigen beheer en met eigen leden gebouwd ter herinnering aan het 100-jarig bestaan van het gilde. Centraal staat een in brons gegoten beeld van de heilige Lambertus, vervaardigd door de bekende Helvoirtse beeldhouwer Jean Marianne Bremers.
De kapel met vereende krachten door de gildebroeders gebouwd met tweedehands spullen, maar daarom niet minder interessant.
Neem nou de voordeur: afkomstig van het oude gemeentehuis. De glas-in-lood ramen: afkomstig uit het voormalige klooster in Someren-Eind, ze beelden het zonnelied van St.Franciscus uit, met broeder ZON, zuster MAAN en de sterren, broeder WIND, zuster WATER, broeder VUUR, moeder AARDE en tenslotte broeder DOOD. En de stenen: ook al van een kerkelijke herkomst, van het Lieropse klooster. En de vloer: hoe kan het anders, abdij tegels, die in Spanje zijn vervaardigd, met in het midden een marmer-mozaïek. De banken in de kapel: uit de parochiekerk. Het tabernakelen de twee kaarsenstandaards komen uit de kapel van de zusters in Dokkum. Een mooie kroonluchter: sierde vroeger de burgemeesterskamer op het gemeentehuis van Someren en is geschonken door gildebroeder Martien Vlemmix. Het bronzen klokje in het torentje is geschonken door Capucijnbroeder Eric, en komt uit een voormalig zuster-klooster uit Tilburg. Het tegeltbleau aan de voorgevel is een geschenk van de overbuurman. De ramen in de deur en rondboog zijn gemaakt door een eigen gildebroeder en hierin zijn de gilde-attributen vendels, gildetrom en hellebaarden afgebeeld.
Bijzonder trots zijn de gildebroeders op het bronzen beeld buiten voor de kapel, ook gemaakt door het kunstenaarsechtpaar uit Helvoirt. Het beeldt “de vendelier” uit. Onze eigen vendelier, Rinie Wijnen, in het gildetenu heeft er voor geposeerd en het beeld is levensecht. De grond, waarop deze kapel is gebouwd, is geschonken door de buren rechts van de kapel, de gebroeders Seijkens.
Op 15 oktober 1995 werd de Lambertuskapel ingezegend door Vicaris-Generaal van het Bisdom ’s-Hertogenbosch, mgr. Hurkmans, heden Bisschop van den Bosch.
In een tijd waarin het kerkbezoek afneemt en kerken verdwijnen is het een verademing om te zien wat de gildebroeders hier hebben neergezet.
Koningschieten van 1896 tot 2017
Na de oprichting van Gilde St.Lambertus Schutterij Wilhelmina in 1895 werd voor de eerste keer Koning geschoten in 1896. Dat werd gedaan met een geweer van kaliber 9 mm. dat veel weg had van een kanon. De kogels voor dit geweer werden gegoten uit gesmolten lood, dat in een vorm werd gedaan en daarna moest afkoelen. Vervolgens deed men met een maatbekertje buskruit in een koperen huls en plaatste daarop de loden kogel. Aan de achterkant zat in de huls een klein gaatje waarin het slaghoedje werd geplaatst. Dit alles was tamelijk bewerkelijk en daarom was men al dagen voor het koningschieten bezig met het maken van de munitie. Het buskruit was er in twee soorten: wit en zwart. Het witte was het duurste en daarom gebruikte men vaak zwart buskruit, wat als nadeel had dat bij het afgaan van het schot een zwarte rookpluim uit het geweer kwam.
Mario Bouwmans is zaterdag gekroond tot de nieuwe koning van het Gilde Sint Lambertus in Someren-Eind.
Op het schietterrein De Kolenboer aan de Boerenkamplaan vond op zaterdag weer het traditionele koningschieten plaats. Met het 403e schot wist Bouwmans de houten vogel naar beneden te halen, waarmee hij de koningstitel voor de komende twee jaar veroverde.
1962 - 1977
1977 - 1988
Tot 1962
1988 - 2015
2015 tot nu
Overheid:
Hoofdman:
Deken schrijver:
Deken schatbewaarder:
Commandant:
Raadsheren:
E-Mail: Rianne Tomassen
William v/d Voort
Rianne Tomassen
Mario Bouwmans
Tinie van Leuken
Dennis van Hout
Adrie v/d Laar
Rinie van de Voort
Koning:
Keizer:
Ere Leden:
Lid van verdiesten
Mario Bouwmans
Jos van de Kruijs
Jan Verheijen
Rinie Wijnen
Annie Hoeben (2022)
Koningen Gilde Sint Lambertus van de oprichting tot heden
1896 H van Houts
1898 H van Eijk
1901 H wijnen
1903 W Ijsbouts
1905 H Wijnen (2*)
1907 W Ijsbouts(2*)
1920 Nic van Eijk
1922 Willem Kanters
1925 Janus Vereijken
1936-1937 Maricus Lomans (koning geworden door te toepen)
1937-1946 Frans Lemmen
1947-1950 Frans Maas
1950-1953 Graat Heijblom
1954-1957 Hein Frenken
1957-1960 Frans Maas (2*)
1960-1963 Frens Lomans
1963-1965 Wiel Stultiens (begin om de twee jaar koningschieten)
1965- 1967 Piet Lemmen
1967-1969 Dre Veugen
1969-1971 Theo van houts
1971-1973 Marinus Hurkmans
1973-1975 Jan van de Eijnde
1975-1977 Frens van Leuken
1977-1979 Willy Kuipers
1979-1981 Andre Lomans
1981-1983 Jo Greijmans
1983-1985 Jan Geurtjens
1985-1987 Tiny van Leuken
1987-1989 Wout Slegers
1989-1991 Harrie van Houts
1991- 1993 Piet van Velthoven
1993-1995 Thjeu Knapen
1995-1997 Thjeu knapen (2*)
1997-1999 Jan Vlemmix
1999-2001 Adrie van de Laar
2001-2003 Rinie Wijnen
2003-2005 Eric Thijs
2005-2007 Anneke van de Laar (eerste vrouwlijke koning)
2007-2009 Rinie Wijnen (2*)
2009 2011 Jos van de Kruis
2011-2013 Jos van de Kruis (2*)
2013-2015 Theo van de Waarsenburg
2015-2017 Piet van Velthoven (2*)
2017-2019 William van de Voort
2019-2021 Jos van de Kruis (3*) (eerste keizer)
2019-2021 Thjeu Knapen (3*) (kiezer in de wacht)
2021-2023 Thjeu Knapen (ivm corona niet geschoten)
2023-2025 Mario Bouwmans